Brillenkoker incl. brillendoekje: Tulpen/Tulips, Jacob Marrel, Collection Rijksmuseum Amsterdam
Artikelnummer: GB230
€ 13,00
Op voorraad
Vóór 14:00 besteld, zelfde dag verzonden
Wist je dat je bij elke bestelling een gratis cadeautje ontvangt?
Over Brillenkoker incl. brillendoekje: Tulpen/Tulips, Jacob Marrel, Collection Rijksmuseum Amsterdam
Omschrijving
Verlies uw bril nooit meer uit het oog met de opvallende brillenkoker van Bekking & Blitz. Zowel de buitenkant als de binnenkant van de metalen brillenkoker is voorzien van zacht, aaibaar microvezel. Door de sterke klapscharnier sluit de koker stevig af. U hoeft dus nooit bang te zijn dat uw bril los in uw tas gaat zwerven.
Het bijbehorende microvezel brillendoekje heeft dezelfde print als de brillenkoker. Microvezel zorgt voor een krasvrije en streeploze reiniging van (zonne)brillen en beeldschermen, zonder gebruik van schoonmaakmiddelen.
Brillenkoker
- Formaat: 16 x 3,5 x 6 cm (bxhxd)
- Buitenkant full color bedrukt microvezel,
- Binnenkantzwart microvezel
Brillendoekje
- Formaat: 18 x 15 cm
- Enkelzijdig bedrukt microvezel
- Machinaal wasbaar op 60°Celsius, natuurlijk drogen
OVER DE KUNSTENAAR JACOB MARREL:
Jacob Marrel (Frankenthal, 1614 Frankfurt am Main, begraven 11 november 1681) was een Duits kunstschilder, werkzaam in Nederland. Hij schilderde bloem- en vruchtenstillevens onderandere in botanische stijl.
Jacob Marrel was de zoon van de stadssecretaris van Frankenthal. Na diens dood verhuisde het gezin in 1624 naar Frankfurt. Daar ging Jacob in de leer bij de stillevenschilder Georg Flegel. In 1630 verhuisde hij naar Utrecht, waar hij trouwde. Mogelijk was hij er een leerling van Jan Davidsz. de Heem. Rond 1650 keerde hij terug naar Frankfurt, waar hij voor de tweede maal trouwde, en waar hij Abraham Mignon, Johann Andreas Graff, Rudolf Werdmüller en zijn stiefdochter Maria Sibylla Merian onder zijn leerlingen telde. In 1664 vertrok Jacob Marrel opnieuw naar Utrecht, in gezelschap van Maria Sibylla Merian en Abraham Mignon. Hij dreef er een kunsthandel. Zijn laatste jaren, vanaf 1679, sleet hij in Frankfurt.
Jacob Marrel schilderde stillevens in de trant van Jan Davidsz. de Heem.